Menu
EUR
Roofvissen toen en nu: aasvissen en oude tips die nog steeds werken

Roofvissen toen en nu: aasvissen en oude tips die nog steeds werken

Door: FishstoreXL Reacties: 0

 

Aasvissen en alternatieve aassoorten voor roofvis

 

Aasvissen: klassiek maar nog altijd effectief

Aasvissen behoren al tientallen jaren tot de meest gebruikte aassoorten voor het vangen van roofvis. Vroeger werd er vaak met levend aas gevist, maar dit is tegenwoordig in Nederland en België verboden. Toch is dood aas nog steeds een uiterst effectieve methode, zeker voor snoek, snoekbaars en meerval.

De meest gebruikte aasvissen zijn:

  • Blankvoorn en blei – zeer aantrekkelijk door hun natuurlijke geur en beweging.

  • Brasem – een stevig visje dat lang aan de haak blijft zitten.

  • Spiering – kleine vis met een sterke geur, ideaal voor snoekbaars.

Veel sportvissers gebruiken tegenwoordig ook zeevis als aas. Haring, sardien en makreel zijn populair, omdat ze een sterke geur verspreiden en roofvissen al van grote afstand aantrekken. Deze soorten zijn bovendien makkelijk verkrijgbaar en goed te bewaren in de vriezer.

Bewaren en voorbereiden

Om aasvissen goed te bewaren, is invriezen de beste methode. Belangrijk is dat de visjes los van elkaar worden ingevroren, zodat ze niet aan elkaar vastvriezen en bij gebruik beschadigen.

Vlees en orgaanvlees als aas

Naast aasvissen blijken ook stukjes vlees verrassend effectief te zijn. Vooral bij meerval en paling wordt dit regelmatig toegepast. Lever en kippenmagen zijn door hun sterke geur bijzonder aantrekkelijk. Hoewel dit in de hedendaagse roofvisserij minder gebruikelijk is, blijft het een interessante optie, zeker op wateren waar roofvissen nog weinig met dit soort aas in aanraking zijn gekomen.

Inktvis: een veelzijdige aassoort

Een aassoort die vaak over het hoofd wordt gezien in zoet water, is inktvis. Door zijn stevige structuur blijft het goed aan de haak zitten, zelfs bij verre worpen of langdurig vissen. Inktvis wordt van oorsprong vooral in de zeevisserij gebruikt, maar heeft ook in de zoetwatervisserij zijn waarde bewezen, vooral voor snoek en meerval.

Flavours en kleurstoffen

Al tientallen jaren experimenteren vissers met extra attractors. Flavours, oliën en kleurstoffen kunnen aan aasvissen of vlees worden toegevoegd om het nog aantrekkelijker te maken. Denk aan visolie, knoflookextract of speciale commerciële flavours. Vooral op drukbeviste wateren kan dit net het verschil maken om een argwanende roofvis toch tot een aanbeet te verleiden.

Aasvis montage

Montages voor aasvissen

 

Klassieke takelmontage

De meest bekende en nog altijd veelgebruikte montage voor het vissen met dood aas is de takel. Hierbij wordt de aasvis bevestigd met een combinatie van een enkele haak en één of meerdere dreggen.

  • De enkele haak gaat meestal door de bek of kop van de aasvis, zodat deze stevig vastzit.

  • De dreggen worden langs de flank of richting de staart geplaatst, zodat een aanbeet vrijwel altijd leidt tot een goede inhaking.

Dit systeem is bijzonder effectief voor snoek, omdat het de kans op missers sterk verkleint.

Haarmontage voor roofvis

Oorspronkelijk ontwikkeld voor de karpervisserij, maar ook bruikbaar voor roofvissen: de haarmontage. Hierbij wordt het aas (bijvoorbeeld een klein aasvisje of een stukje vis) niet direct op de haak gezet, maar op een kort stukje lijn (“de hair”) vlak achter de haak.

  • Voordeel: de vis zuigt het aas makkelijker op.

  • Geschikt voor kleinere roofvissen of schuwe vissen die gevoelig reageren op het gewicht van de haak.

Bodemzweefmontage

Een slimme manier om je aas beter te presenteren is door gebruik te maken van een bodemzweefmontage. Hierbij wordt een klein stukje piepschuim in of onder de aasvis geplaatst, zodat deze net boven de bodem zweeft.

  • Dit maakt de aasvis beter zichtbaar.

  • Werkt goed op wateren waar de bodem modderig is of veel planten bevat.

  • Vooral snoek en snoekbaars reageren hier fel op.

Drachkovitch-takel

Een montage die wat nostalgisch aandoet, maar nog altijd wordt gebruikt, is de Drachkovitch-takel. Deze komt uit Frankrijk en is speciaal ontwikkeld voor het jiggen met een dode aasvis.

  • De aasvis wordt stevig vastgezet op een metalen frame met pinnetjes en haken.

  • Dit systeem maakt het mogelijk om de aasvis met schokkende bewegingen binnen te vissen.

  • Ideaal voor snoekbaars en baars, omdat het een zieke of gewonde prooivis imiteert.

Toen en nu

Vroeger waren dit dé standaardmethodes om roofvis te vangen, vaak met levend aas. Tegenwoordig gebruiken sportvissers ze nog steeds, maar dan uitsluitend met dood aas. Waar de klassieke takel en de bodemzweefmontage nog altijd populair zijn bij snoekvissers, wordt de Drachkovitch-takel inmiddels vaker vervangen door moderne softbaits en jigkoppen. Toch blijven deze montages waardevol, vooral voor vissers die graag experimenteren met traditionele technieken.

Kunstaas voor roofvis

In tegenstelling tot witvissen reageren roofvissen vooral op optische en mechanische prikkels. Daarom zijn kunstaassoorten zoals lepels, spinners en spinnerbaits nog altijd enorm populair. Deze klassieke kunstazen bootsen de trillingen, bewegingen en lichtflitsen van prooivissen na, waardoor ze roofvissen vaak niet kunnen weerstaan.

Verschillende soorten lepels – klassiek kunstaas voor snoek en baars

Lepels: klassiek en veelzijdig

Een lepel is een van de oudste kunstaassoorten. Het oplichtende, fladderende patroon van een lepel imiteert een gewond visje. Lepels worden meestal gemaakt van blik of messing en zijn er in allerlei vormen en maten.

  • Langgerekte lepels: geschikt voor traag binnenhalen en brede bewegingen.

  • Ovale lepels: intensere actie en ideaal om verder mee te werpen.

  • Anti-wierlepels: speciaal ontworpen om door plantenbedden te vissen.

Tip: gebruik in helder water een zo licht mogelijke lepel. Lichte modellen zakken langzaam en zijn daardoor zeer geschikt voor ondiep water of rustige omstandigheden.

Een van de grootste voordelen van lepels is hun veelzijdigheid: ze kunnen zowel langzaam als snel worden binnengevist en lokken vaak ook in troebel water nog aanbeten uit.

Spinners: trillingen en lichtflitsen

Spinners bestaan uit een metalen blad dat rond een as draait zodra je binnendraait. Het blad zorgt voor trillingen en lichtflitsen die roofvissen via hun zijlijn waarnemen.

  • Basiskleuren zijn zilver, goud en koper.

  • Ribbel- of geribbelde bladen geven extra aantrekkingskracht.

  • Slanke bladen zijn geschikt voor stromend water, bredere bladen voor stilstaand water.

Tip: werp in een rivier je spinner iets stroomopwaarts. Door de stroming draait hij sneller en wordt hij effectiever binnengevist.

Spinners zijn vooral dodelijk voor baars en snoekbaars, maar ook snoek en forel pakken ze graag.

Spinnerbaits: vreemd maar effectief

Oorspronkelijk uit de VS, maar inmiddels ook in Europa populair: de spinnerbait. Op het eerste gezicht zien ze er vreemd uit – een V-vormige draad met bladen en rubberen slierten – maar ze werken uitstekend.

  • Het draaiende blad zorgt voor lichtflitsen en trillingen.

  • De skirt van rubber of haar imiteert de vinnen van een kleine vis.

  • Dankzij de loodkop en de enkele haak vissen spinnerbaits nagenoeg hanger-vrij, ideaal tussen waterplanten.

Tip: ook al werden spinnerbaits oorspronkelijk voor black bass ontwikkeld, Europese snoeken zijn er dol op. Probeer ze vooral in ondiepe, plantrijke wateren.

Toen en nu

Waar lepels en spinners vroeger dé standaard waren in de tacklebox, hebben moderne softbaits en jerkbaits inmiddels een groot deel van hun plek ingenomen. Toch hebben deze klassieke kunstaassoorten nog steeds een vaste waarde. Hun eenvoud, betrouwbaarheid en veelzijdigheid maken ze onmisbaar, zeker als je op zoek bent naar die nostalgische roofviservaring.

Pluggen en oppervlakteaas

Snoek gevangen met een plug

Crankbaits en duikdieptes

Pluggen waren 20 jaar geleden al populair en zijn dat nog steeds. Het grootste verschil zit in de variatie en de kwaliteit. Waar vroeger eenvoudige houten pluggen de standaard waren, zie je tegenwoordig hoogwaardige kunststof modellen met ingebouwde ratels, 3D-ogen en UV-kleuren.

De duikschoep bepaalt hoe diep een plug gaat:

  • Korte, rechte schoep → blijft ondiep, perfect voor baars in havens of ondiepe plassen.

  • Lange, schuine schoep → duikt diep weg, ideaal voor snoekbaars of snoek op grotere meren.

Toen en nu: Vroeger waren kleuren vaak simpel: rood/wit, zilver of goud. Nu vind je tientallen patronen, van realistische baarsimitaties tot felle firetiger-kleuren. Toch blijft één ding gelijk: een plug werkt doordat hij trilling, beweging én visuele prikkels combineert.

Tip: gebruik ratelende pluggen in troebel water of bij harde wind. In glashelder water werken stille pluggen juist beter.

Jerkbaits: actief vissen

Een jerkbait wordt niet simpelweg binnengehaald, maar met de hengel tot leven gewekt. Door korte tikken en pauzes lijkt het kunstaas op een gewonde vis. Voor snoek is dit vaak onweerstaanbaar.

Toen en nu: Rond de jaren 2000 waren jerkbaits nog redelijk nieuw in Nederland. Inmiddels zijn ze een vast onderdeel van de roofvisserij. Moderne jerkbaits zijn vaak zinkend of suspending (blijven hangen in het water) waardoor je de actie nóg beter kunt variëren.

Tip: maak altijd een paar korte pauzes in je jerkbait-presentatie. Juist in die stilstand grijpt een snoek vaak toe.

Poppers: spektakel aan de oppervlakte

Poppers zorgen voor visueel vuurwerk. Met een korte ruk plopt de holle kop over het wateroppervlak en spuit er water omhoog. Roofblei, baars en snoek reageren er fel op.

Toen en nu: Poppers zijn in de loop der jaren nauwelijks veranderd – simpel maar effectief. Waar je vroeger vaak alleen rood/witte varianten zag, zijn er nu ook realistische modellen die op gewonde prooivisjes lijken.

Tip: gebruik poppers vooral in de zomer, wanneer roofvissen actief jagen aan de oppervlakte.

Softbaits en jigkoppen

Softbaits en jigkoppen in verschillende vormen en kleuren – modern kunstaas voor snoekbaars en snoek

Shads en twisters

Softbaits waren 20 jaar geleden al populair, maar zijn sindsdien geëxplodeerd in variatie. Van simpele twisters tot hyperrealistische shads met schoepstaarten: er is voor elke situatie een model.

  • Shads met schoepstaart → veel vibratie, goed voor snoek en snoekbaars.

  • V-schwanz shads → subtiele actie, ideaal in koud water.

  • Twisters → klassiek en nog steeds perfect voor baars.

Toen en nu: Vroeger waren shads vaak egaal gekleurd en eenvoudig. Tegenwoordig zijn ze verkrijgbaar in UV-actieve kleuren, met ingebouwde geurstoffen of voorzien van glitter.

Tip: in helder water doen natuurlijke patronen (baars, voorn) het vaak beter. In troebel water of bij weinig licht zijn felle kleuren als geel of oranje een aanrader.

Jigkoppen en technieken

Een jigkop bepaalt hoe je softbait zich gedraagt.

  • Baljig: allround en geschikt voor bijna elke situatie.

  • Stand-up jig: houdt de shad schuin omhoog, waardoor het lijkt alsof de vis foerageert.

  • Banana- of bulletkop: glijdt soepeler door obstakels en planten.

Technieken:

  • Jiggen: langzaam optikken van de bodem.

  • Verticalen: onder de boot vissen met subtiele bewegingen.

  • Diagonalen: met de stroom mee vissen en de shad laten zweven.

Tip: pas het gewicht van je jigkop aan de omstandigheden aan. Lichter geeft een natuurlijkere actie, zwaarder is nodig bij stroming of dieper water.

IJsvissen en kunstvliegen

 

IJsvissen

In Nederland niet heel gebruikelijk, maar in koude winters of in Scandinavische landen zeer populair. Door een gat in het ijs te vissen met balanspilkers of kleine lepeltjes kun je verrassend succesvol zijn op baars en snoekbaars.

Toen en nu: Vroeger beperkte men zich tot eenvoudige balanspilkers. Tegenwoordig zijn er speciale ijsvishengels, sonarapparatuur en microkunstaas dat perfect werkt onder het ijs.

Vliegvissen op roofvis

Kunstvliegen en nimfen – traditionele technieken voor forel en snoek

Vliegvissen wordt vaak gezien als iets voor forel, maar ook roofvissen als snoek laten zich verleiden door grote streamers.

  • Nimfen: voor stromend water en kleinere soorten.

  • Streamers: imiteren prooivisjes of kikkers, ideaal voor snoek en roofblei.

Toen en nu: Waar vliegvissen op snoek vroeger vooral door fanatieke specialisten werd gedaan, zie je nu steeds meer roofvissers die het als afwisseling gebruiken. Vooral omdat moderne lijnen en hengels het makkelijker maken om grotere streamers te werpen.

Tip: gebruik een stalen onderlijn bij snoekstreamers – snoektanden knippen nylon of fluorocarbon moeiteloos door.

Praktische tips en conclusie

 

Praktische tips

  • Seizoensgebonden vissen: in de winter werkt traag vissen beter, in de zomer mag het sneller en agressiever.

  • Variatie loont: neem altijd verschillende soorten kunstaas en aas mee. Soms pakt een snoek een shad niet, maar wel een spinner.

  • Voerplekken voor roofvis: een paar stukjes aasvis of gehakte vis verspreiden kan roofvis langer in je zone houden.

  • Wees creatief: oude tips zoals kippenlever of inktvis worden nog steeds onderschat en kunnen verrassend succesvol zijn.

Conclusie

Het oude boekje laat zien dat de basisprincipes van roofvissen nauwelijks veranderd zijn. Of je nu vist met een klassieke takel en een ingevroren spiering, of met een moderne softbait op een fluorocarbon onderlijn – de sleutel blijft het verleiden van de roofvis met prikkels die zijn jachtinstinct aanwakkeren.

Veel van de tips van vroeger zijn nog altijd effectief. En juist dat maakt roofvissen zo mooi: een mix van traditie en innovatie. Roofvissen toen en nu laat zien dat oude wijsheden niet verouderen, maar eerder tijdloos blijken.

 

 

 

 

Kies uw taal
Kies uw valuta

Mijn account

Wachtwoord vergeten?

Recent toegevoegd

Totaal incl. btw
€0,00
Bestel nog voor €75,00 en de verzending is gratis
0
Vergelijk
Start vergelijking

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd

Dit artikel is toegevoegd aan uw winkel wagen!